Rondzendbrief oktober 2024
De tiende van Kees
“Het is waar dat het slechte en sensationele nieuws de media vaak beheerst, maar we moeten ons niet gek laten maken. Er is ook nog zoveel goed nieuws dat in stilte, elke dag, mensen een hart onder de riem steekt.”
Ik moet deze dagen regelmatig aan bovenstaande tekst, geschreven door Sjaak de Boer, denken als ik de krant open sla en het nieuws op radio en televisie volg. Het is niet te beschrijven wat er allemaal op dit moment in de wereld gebeurt.
Donderdag 26 september bezochten wij een voorstelling van Kees Posthumus in De Kapel in Andijk. Ik kreeg een tip van een sportmaatje en ben er heengegaan en totaal geen spijt van gehad.
In Andijk bracht Posthumus, samen met musicus Henk van Glabbeek, zijn versie van “Nathan de Wijze”, een oud toneelstuk dat geschreven is door Gotthold Ephraim Lessing (1729-1781). Lessing heeft dat toneelstuk geschreven naar aanleiding van het verbod op zijn artikelen over tolerantie en godsdienstvrijheid. Het centrale thema in het toneelstuk is dan ook de vraag: Welk geloof heeft het bij het recht eind? Welk geloof heeft de waarheid in pacht? Deze vraag houdt de mens al eeuwenlang bezig en is vaak de oorzaak van bloedige oorlogen. Het verhaal speelt zich af rond 1200 in Jeruzalem. Een tempelier redt een Joods meisje uit de vlammen. Zij is de dochter van Nathan, een wijze Joods man. De sultan van Jeruzalem en vriend van Nathan, vraagt op een gegeven moment aan hem of hij het Jodendom, de Islam of het Christendom, het meest overtuigend vindt. Nathan zoekt naar een antwoord en vertelt de parabel van de drie ringen.
Er was eens een man die een ring bezat met een wonderlijke kracht. De ring maakte de dragen tot een goed mens, geliefd bij iedereen. Hij heeft drie zonen en wil hem doorgeven aan de zoon van wie hij het meeste houdt. Maar hij heeft ze alle drie even lief. Aan wie moet hij de ring toevertrouwen? Als hij zijn einde voelt naderen vraagt hij aan een goudsmid of die er twee ringen bij kan maken die exact hetzelfde zijn. Die goudsmid slaagt daar zo goed in dat niemand het onderscheid meer kan maken. De vader geeft zijn zonen één voor één de zegen en één voor één schuift hij hen de ring om de vinger. Na het overlijden van de vader willen de broers toch weten wie nu eigenlijk de echte ring heeft gekregen. Ze maken ruzie, ze klagen, maar ze komen er niet uit. Uiteindelijk komen ze bij een rechter die hen vertelt: “Wie de echte ring draagt weet niemand. Beschouw je eigen ring als de echte, als de ware. Leef zo alsof jij de drager bent van de echte ring. Doe je best om de echtheid van jouw ring te bewijzen door liefde, verdraagzaamheid en barmhartigheid. Jullie vader hield van jullie alle drie evenveel. Streef zijn voorbeeld na”.
De sultan staat op en zegt: “Dus, als ik het goed begrijp moeten de Joden, Christenen en Moslims zelf bewijzen dat hun godsdienst de ware is door daden van goedheid en vrede?” “Precies”, zei Nathan.
Waar je ook in gelooft, we hebben allemaal één ding gemeen: we zijn allemaal MENS. En dat wordt helaas te veel vergeten